Leeractiviteiten

Opdracht

Speel 3-2 naar 1 doel.

Op het veld staan 3 poortjes die worden verdedigd door 1 verdediger. Om te kunnen scoren moet de balbezitter door een poortje lopen.

Spelers ondervinden dat ze enkel met de bal door het poortje kunnen geraken als ze de bal in beweging ontvangen. Hierdoor verkrijgen ze immers een 'voorsprong' op de verdediger.

Nadien vervullen de aanvallers dezelfde opdracht waarbij ze slechts over 2 poortjes beschikken.

 

Beperkte toegang

U moet een abonnement hebben om de volledige inhoud van deze pagina te kunnen bekijken.